Home » Vakantie » “We moeten evolueren naar een verdienmodel dat zowel winstgevend als duurzaam is”
Opinie

“We moeten evolueren naar een verdienmodel dat zowel winstgevend als duurzaam is”

De toeristische sector draait na enkele moeilijke jaren opnieuw op volle toeren. Toch plaatst Jan van der Borg, expert toerisme & docent aan de KUL en Università Ca’ Foscari di Venezia, een belangrijke kanttekening: “We hebben na de pandemie een gigantische kans laten liggen om meer in te zetten op een duurzaam verdienmodel.”

Tot 2020 was er geen enkel vuiltje aan de lucht voor het toerisme. Toen de United Nations World Tourism Organisation (UNWTO) in 2015 een verdubbeling van het aantal internationale reizigers tegen 2030 voorspelde, leek dat zelfs een eerder conservatieve opvatting. De toekomst zag er rooskleurig uit voor een sector die inmiddels uitgegroeid was tot de belangrijkste industrie van de wereldeconomie. Het coronavirus, dat zich onder meer door ons intensieve reisgedrag aan het begin van 2020 razendsnel over de wereld verspreidde, maakte aan dit alles een abrupt einde. De toeristische industrie werd – samen met de culturele sector – het zwaarst getroffen. Deze klap kwam vooral hard aan in die delen van de wereld die erg afhankelijk zijn van het toerisme. In die regio’s was de sociaaleconomische ellende niet te overzien.

Elke crisis zijn voordelen 

De pandemie had echter ook een aantal belangrijke voordelen. Op veel plaatsen nam de biodiversiteit significant toe, de luchtvaartmaatschappijen zagen hun carbon footprint drastisch afnemen en kunststeden als Brugge en Venetië hervonden hun welverdiende rust. Er leek plotseling een momentum te ontstaan om het weinig duurzame verdienmodel van de toeristische sector tegen het licht te houden en het moment van relatieve rust te gebruiken om het toerisme op een meer duurzame manier terug op te bouwen. Helaas bleek de wil om de draad gewoon weer op te pakken erg sterk, een stelling die bevestigd wordt door de recentste cijfers. Na ruim twee jaar van reisbeperkingen bleek de drang om weer te gaan reizen sterker dan ooit tevoren. Ook het toeristische bedrijfsleven, dat zijn inkomsten en winsten bijna geheel zag verdampen, keek reikhalzend uit naar een terugkeer van business as usual.

De pandemie vormde hét momentum om het toerisme op een meer duurzame manier terug op te bouwen.

Een gemiste kans 

Die evolutie is niet verwonderlijk, maar we mogen wel spreken van een gigantische gemiste kans om het achterhaalde verdienmodel van voor de pandemie te verruilen voor een model dat zowel winstgevend als duurzaam en veilig is. Een verdienmodel waar kwaliteit de voorkeur krijgt op kwantiteit en de inwoners en lokale ondernemers een graantje kunnen meepikken van de aantrekkelijkheid van de bestemming. Een verdienmodel waarbij luxe niet per se identiek is aan ‘duur’, maar juist aan unieke en authentieke ervaringen, waarvan de interactie met de inwoners een essentieel ingrediënt is. Een verdienmodel waar niet alleen naar de omzet van de toeristische industrie en het inkomen van de bestemming gekeken wordt, maar ook naar de kosten die toeristische ontwikkeling met zich meebrengt. De discussie hoe de schaarse publieke ruimte en de schaarse faciliteiten optimaal gebruikt kunnen worden, is met andere woorden relevanter dan ooit. 

Next article