Home » News » “Ik wil blijven kijken met de verwondering van een kind”
Cultuur

“Ik wil blijven kijken met de verwondering van een kind”

Als geen ander lijkt Tourist LeMC verknocht aan de stad waar hij vandaan komt en de wijk waarin hij opgroeide. De Antwerpse Seefhoek en Johannes Faes, de man achter de zanger, lijken één en ondeelbaar. Als klap op de vuurpijl staat Tourist binnenkort voor het eerst met een eigen show in die grote tempel even verderop, het Sportpaleis. De klank van de stad verleidt ons om samen in de straten te verdwalen.

Tekst: Diederik Vandendriessche – Foto’s: Jesse Willems

In je artiestennaam heb je het gegeven ‘toerisme’ opgenomen, waardoor die nu de status van een echte geuzennaam heeft gekregen. Vanwaar die keuze?

“Ik ben altijd een toerist geweest in mijn eigen stad. Vroeger had ik steeds een frisse blik op de wijk waar ik ben opgegroeid, de Seefhoek. Toen ik er als kind rondliep, dwaalde ik als een toerist door de karakteristieke straten van onze wijk, te midden van alle nationaliteiten van de wereld. Nu woon ik met evenveel plezier aan de zuidkant van de stad, in Hoboken. Een beetje buiten de kern, maar de nostalgie naar de Seefhoek zal nooit verdwijnen.”

‘Melancholie over de wijken waar we leefden als kind’, klinkt het in jouw nummer Horizon. Gaat het dan om een blijvend verlangen naar de omgeving van je jeugdjaren?

“Zeker. De Seefhoek was en is nog steeds een bijzondere plek. Je hebt daar een concentratie van illegalen, nieuwkomers,… In zo’n volkswijk leven mensen letterlijk op straat en dat levert fantastische taferelen op, zoals in de Handelstraat met al zijn Marokkaanse winkeltjes of op het De Coninckplein.”

Ik hou ervan om mij volledig open te stellen voor nieuwe indrukken. Het is boeiend om uit je comfortzone te treden als je op nieuwe plekken bent.

“Op lange termijn is de grote troef zo’n wijk dat je vlak bij Park Spoor-Noord zit en je gewoon maar de Leien hoeft over te steken om bijvoorbeeld naar het MAS te gaan, het Museum aan de Stroom, met al die cafeetjes en geweldige eetplekjes errond.”

Je bent inmiddels ook vader van twee kinderen. Op welke manier beleven zij de stad?

“Men is nu volop bezig met de heraanleg van de Scheldekaaien. De waterkering wordt verhoogd en er wordt werk gemaakt van een fiets- en wandelboulevard. De vroegere megaparking is een echte dijk geworden en er is nu ook een nieuwe speeltuin aangelegd. Dat vinden onze beide kinderen een geweldige plek.”

“Als kind dwaalde ik als een toerist door de karakteristieke straten van onze wijk, te midden van alle nationaliteiten van de wereld.”

Je cultiveert het Arabisch Antwerps: heb je ook een voorkeur voor dergelijke stadswijken?

“Niet noodzakelijk, maar die migrantenvariant van het Nederlands is inderdaad ook wel mijn taal: een soort gebroken Nederlands met Arabische klanken. Het is een taal die ik zelf niet meer onder controle heb.”

“De taal van de straat is mijn natuurlijke manier van spreken. Maar ik kom ook graag op andere plekken in de stad. De Arenbergschouwburg heeft altijd een uitstekende programmatie: Herman Van Veen, Michael Van Peel,… Een kroegentocht op de Antwerpse pleintjes kan ik ook wel smaken, zoals op de terrassen van het Mechels Plein, het Marnixplein en Zurenborg. En natuurlijk is er ook de Bosuil. Als ik kan, mis ik geen enkele thuismatch. Die wedstrijden geven mij een geweldige energie.”

“In november mag ik dan zelf het podium van het Sportpaleis betreden. Het is voor de eerste keer dat ik daar zal staan met mijn eigen show. Een geweldig gevoel, als kleine straataap in die gigantische arena.”

Hoort jouw manier van zingen niet eerder bij de Franstalige hiphop? Je past waarschijnlijk beter bij steden als Brussel, Luik of Charleroi dan bij le plat pays tussen Brugge en Gent?

“Steden als Luik en Charleroi liggen mij inderdaad wel. Ik zou wel eens graag op de Waalse festivals optreden: Dour, Les Ardentes of de Francofolies in Spa. Daar heb je echt goeie vibes met geweldige muziek. Ik hoop dat men mij daar als Vlaamse artiest een keertje op het podium wil zetten: ik voeg dan wel wat Franse verbasteringen aan mijn teksten toe.”

De Westhoek vind ik echt de moeite. De klaprozen, de witte kruisjes op de oorlogskerkhoven,…

Inmiddels heb je als troubadour alle hoeken van Vlaanderen gezien. Welke plekken zijn jou tot nu toe het meest bijgebleven?

“De Westhoek vind ik echt de moeite. De klaprozen, de witte kruisjes op de oorlogskerkhoven,… Daar word ik altijd stil van. Met Dranouter hebben ze daar ook een heel mooi festival. En als je dan verder afzakt naar het Heuvelland: prachtig gewoon.”

‘Het gaat er eigenlijk om souvenirs te blijven maken’, zing je ook nog in Horizon. Is dat de manier waarop je andere plekken in de wereld verkent?

“Ik ben vooral dankbaar door de indrukken die je krijgt van bepaalde plekken. Ik wil blijven kijken met de verwondering van een kind. Zodra mensen volwassen zijn, kijken ze te vaak met een conventionele bril naar de wereld. Ik hou ervan om mij volledig open te stellen voor nieuwe indrukken.”

“Het is boeiend om uit je comfortzone te treden als je op nieuwe plekken bent. Anderzijds keer ik ook heel graag terug naar de plekken van mijn jeugd, zoals het Zilvermeer in Mol. Het speelpleintje dat je daar midden in het water hebt, is werkelijk uniek. Het bezorgt me telkens een vreugdevol gevoel als ik het zie.”

Next article