Zowat de helft van alle Vlamingen ervaart in zijn of haar leven ooit eenzaamheid. Reden genoeg voor De Warmste Week om op te roepen om in actie te komen voor de 276 projecten die eenzaamheid aanpakken. Sander Gillis, een van de vijf presentatoren, legt uit.
Dit is je vierde keer als presentator. Hoe speciaal is dat nog?
“Dat blijft ontzettend bijzonder! Nee, echt, het is een hoogtepunt van het jaar voor mij. Ik herinner me hoe ik vroeger als jonge gast naar het Glazen Huis ging kijken. Ik had toen al ambities om voor de radio te werken, en mijn vrienden grapten: “Misschien sta jij daar ooit.” Nu is het zover, en dat blijft ongelooflijk. Dit jaar is het ook weer op ’t Zand in Brugge. Dat is een fantastische locatie, met een prachtig zicht op die zee van mensen. Het wordt geweldig, dat beloof ik.”
Tevreden met je medepresentatoren Fien Germijns, Kawtar Ehlalouch, Joris Brys en Maureen Vanherberghen?
“Ja, zeker. Joris en Fien ken ik natuurlijk al van vorige edities van De Warmste Week, en Kawtar en Maureen zijn mijn ‘MNM-besties’. Ik kan me geen betere collega’s voorstellen om De Warmste Week mee te presenteren.”
De Warmste Week is meer dan radio: artiesten treden op, Zita Wouters verkoopt knuffelvlammetjes en Niels Destadsbader presenteert De Warmste Dag.
“Ja, we creëren echt een soort mini-dorpje waar constant iets gebeurt. Daar staat Pommelien Thijs te zingen, hier komen mensen live iets vertellen, de televisie doet interviews en Ketnet organiseert een koekenbak. Het is precies de werkplaats van de kerstman, waar de elven volop bezig zijn met cadeautjes in te pakken,” zegt Gillis enthousiast.
Dit jaar is het thema ‘eenzaamheid’. Spreekt dat jou aan?
“Toch wel. Ongeveer iedereen wordt er wel eens mee geconfronteerd, ook al wordt er niet vaak over gesproken. Ik heb het zelf ook wel eens meegemaakt, al ging het toen over vrij “afgebakende” periodes, godzijdank. Het feit dat het zo’n universeel gevoel is, maakt dat veel mensen er iets aan willen doen, denk ik. We hebben al eerder ‘kansarmoede’ als thema gehad, maar ik kan me voorstellen dat je je daar minder snel iets bij kunt voorstellen.”
Welk project springt er voor jou uit?
“Ik zie dat er veel lokale, buurtgerichte acties zijn. Daar begint het mee, denk ik: een lokaal netwerk dat dicht bij je staat en waar je op kunt terugvallen,” vertelt Gillis. “Ik heb het geluk dat ik in een hele toffe straat woon, waar iedereen elkaar kent. Als ik ’s morgens naar de bakker ga, sta ik soms een half uur op straat te kletsen met mijn buurman. Zo’n momenten wens ik iedereen toe.”