“We willen mensen inspireren”
Met 254 caps als doelman van onze gouden nationale hockeyploeg mogen we Vincent Vanasch gerust een boegbeeld noemen van de Belgische sportwereld. Wij polsten naar wat het voor hem betekent om op het hoogste niveau onze nationale driekleur te mogen verdedigen.
Tekst: Joris Hendrickx – foto’s: Kris Van Exel
Je komt met de Red Lions vaak in het buitenland. Hoe kijkt men daar naar België?
“Ik heb altijd de indruk dat Belgen in het buitenland vooral gekend zijn als warme en behulpzame mensen. Of het nu goed weer is of regent, we maken het gewoon gezellig en blijven goedgezind. Daarnaast zijn we ook goede luisteraars en eerder bescheiden. We focussen niet teveel op onszelf en zijn er graag voor anderen. Toch is die bescheidenheid soms ook een nadeel. Het is belangrijk om een goede balans te vinden tussen zelfzekerheid en bescheidenheid, zonder daarom arrogant te worden. Maar je mag naar mijn mening wel gerust zeggen dat je ergens goed in bent als dat ook zo is. Dat doen we als Belgen soms nog te weinig.”
Wat maakt onze Belgische nationale hockeyploeg zo speciaal volgens jou?
“Ons team van de Red Lions bestaat uit zowel Nederlandstalige, Franstalige als Duitstalige spelers. Je zou het misschien niet denken, maar eigenlijk is dat een enorme troef. Net omdat we allemaal meerdere talen spreken, kunnen we tijdens een wedstrijd snel schakelen naar een taal die onze tegenstander niet begrijpt. Als we tegen Nederland spelen, praten we Frans, en als we tegen Frankrijk spelen, doen we het in het Nederlands. We hebben van iets dat op het eerste gezicht een nadeel lijkt, een echt wapen gemaakt. Bovendien leert het ons om samen te werken met teamleden die soms een heel diverse achtergrond hebben. Het is trouwens altijd enorm mooi om te zien hoe ieder van ons in zijn eigen taal het Belgische volkslied uit volle borst meezingt. We zijn verschillend, maar tegelijk vormen we ook een sterke eenheid als team.”
We willen de Belgen trots maken en zich op die manier laten identificeren met onze waarden van vertrouwen, hard werken en volharding.
Kan je als topsporter af en toe genieten van onze typische Belgische specialiteiten?
“België heeft enorm veel goede restaurants. In elke stad vind je tal van gezellige plekken waar je lekker kan eten voor een betaalbare prijs. Ook ikzelf ga af en toe graag eens uit eten en nieuwe restaurants en gerechten ontdekken. In het buitenland associeert men ons daarentegen vooral met onze typische specialiteiten zoals frieten, bier en chocolade. Niet onlogisch trouwens, want wij maken ze gewoon lekkerder dan in andere landen. Helaas mag ik er als topsporter niet teveel van eten. Het is in die zin niet altijd even makkelijk om in België te wonen. Maar toch durf ook ik al eens te zondigen. Af en toe genieten van het leven is ook belangrijk. Bovendien verbranden we bij wedstrijden en toernooien soms zoveel calorieën dat een stuk chocolade eten zelfs goed kan doen. Het zou trouwens ook een positieve impact hebben op de hersenen en de mentale gezondheid.”
België is momenteel zowel olympisch als wereldkampioen in het hockey, en in 2019 werden jullie ook al Europees kampioen. Wat is jullie geheim?
“Omdat we een klein land zijn, hebben we geleerd om met weinig middelen toch uitzonderlijke doelen te bereiken. Uiteraard hebben we die titels niet zomaar ‘per toeval’ gekregen. Zeker onze gouden medaille op de Olympische Spelen was een langetermijnproject van maar liefst vijftien jaar. We wilden vooral ook bewijzen dat België ondanks zijn oppervlakte helemaal geen ‘klein land’ is, of toch zeker niet in de hockeywereld! We hadden al eerder zilveren en bronzen medailles gewonnen, maar dat vonden we niet genoeg. We wilden echt vechten voor het goud. We schoven dus onze typische Belgische bescheidenheid aan de kant en stelden een ambitieus doel waarvan wij vonden dat het op basis van onze kwaliteiten en harde training haalbaar moest zijn. Het durven uitspreken van die ambitie was cruciaal in ons succes.”
Omdat we een klein land zijn, hebben we geleerd om met weinig middelen toch uitzonderlijke doelen te bereiken.
Is dat ook de reden waarom België het ook in heel wat andere sporten zo goed doet?
“Dat is inderdaad ook een instelling die we altijd bij andere sporters van onze Belgische olympische delegatie zien. In Rio 2016 zagen we Greg Van Avermaet en Jolien D’Hoore (wielrennen), Pieter Timmers (zwemmen), Dirk Van Tichelt (judo), onszelf én Nafi Thiam (atletiek) medailles pakken. Door elkaar iedere dag te steunen, ontstond een sneeuwbaleffect, wat ongelofelijk mooi was om te zien. Maar België is natuurlijk ook enorm sterk in tennis, voetbal, golf,… Ik hoop dat buitenlanders die naar onze successen in de sport kijken, beseffen dat Belgen ook daarnaast heel wat in hun mars hebben en enorm ambitieus zijn. Ik verwijs daarbij graag naar het potentieel van onze gezondheidszorg, onze ondernemers en onze universiteiten. Je kan het vergelijken met de All Blacks van Nieuw-Zeeland, door velen beschouwd als het beste rugbyteam ter wereld, terwijl dat land slechts vijf miljoen inwoners telt. Zij vertegenwoordigen hun land wereldwijd.”
Wat is jullie volgende doel met de Red Lions?
“De afgelopen jaren hebben we zowat alles bereikt wat we wilden bereiken, maar dat betekent niet dat we het daarbij gaan laten. Maar liefst zeventien van de negentien spelers bevestigden al dat ze ook op de Olympische Spelen van Parijs in 2024 weer het beste van zichzelf willen geven om geschiedenis te schrijven voor België. Ik denk dat velen dat ook van ons verwachten. We zijn dus zeker niet van plan om gewoon zomaar deel te nemen. Simpel zal het zeker niet zijn, want eens je aan de top staat als olympisch kampioen moet je ongelofelijk hard werken en jezelf blijven verbeteren om die positie te kunnen bevestigen. Toch gaan we ervoor. We willen de Belgen trots maken en zich op die manier laten identificeren met onze waarden van vertrouwen, hard werken en volharding. Het gaat over meer dan winnen, we willen mensen inspireren. En voor de jongere generatie willen we vooral ook een voorbeeld zijn, zodat zij hetzelfde doen en ik later in volle vertrouwen mijn shirt bij de Red Lions kan doorgeven aan een volgend toptalent!”