Het aantal kinderen in Vlaanderen dat in armoede opgroeit, blijft stijgen. Dat blijkt uit cijfers van Kind en Gezin. En dat heeft niet alleen materiële gevolgen, kinderen bouwen daardoor ook vaak op sociale vlakken en in het onderwijs een achterstand op.
Tekst: Sandra Gasten
Ook al behoort België tot een van de welvarendste landen ter wereld, toch leeft een grote groep gezinnen in armoede. De kansarmoede-index van Kind en Gezin, die berekent hoeveel procent van de kinderen van nul tot drie jaar in Vlaanderen in een kansarme omgeving opgroeien, bedroeg in 2018 meer dan 14%.
En dat aantal is de laatste tien jaar alleen maar gestegen.
Zo bedroeg de index in 2008 ‘slechts’ 7,9%. Ook kinderen die niet in Vlaanderen zijn geboren, maar er wel wonen, werden in die index meegeteld. De stijging merken we in heel Vlaanderen. In Antwerpen scoort de index het hoogst met 18%, wat overeenkomt met bijna een op de vier kinderen. Vlaams-Brabant staat onderaan met 8,3%.
In Brussel is de situatie erger: daar leefde in 2018 meer dan een op de vier kinderen (28%) in armoede, tegenover 20,07% in 2008.
In Vlaanderen groeit bijna één kind op zes tijdens de eerste levensjaren in een kansarme omgeving op.
Waarom een gezin in armoede leeft en iemand in een kansarm gezin wordt geboren, kan verschillende redenen hebben.
Soms hebben de ouders geen of tijdelijk werk, soms moeten ze rondkomen met een leefloon of sociale uitkering. Soms hebben ze wel werk, maar verdienen ze te weinig om in het levensonderhoud van het gezin te voorzien. Dat kan het geval zijn wanneer een moeder of vader alleenstaand is. Anderzijds kan een van de ouders ziek zijn en lang geen inkomen hebben. Ook schulden kunnen een oorzaak zijn van financiële armoede.
Sociale en materiële gevolgen
Al die financiële beperkingen kunnen ertoe leiden dat een kind in kansarmoede het moeilijker heeft dan leeftijdsgenootjes. Dat uit zich niet alleen in materiële zaken. Zo bestaat de kans dat ze kapotte schoenen langer moeten dragen, dat er geen geld is voor nieuwe kleding, een hippe schooltas of laptop. In sommige gevallen is er zelfs te weinig geld om een koek of stuk fruit of een volledige middagmaaltijd mee te geven.
En wat met de verjaardag? Sommige kinderen krijgen al wat hun hartje begeert, anderen moeten het stellen met één cadeautje per jaar, omdat mama en papa het zich moeilijk kunnen veroorloven.
Maar misschien nog erger dan de geldproblemen zijn de sociale gevolgen van armoede. Het fenomeen raakt kinderen in alle facetten van hun leven en heeft gevolgen op het vlak van gezondheid, rust, veiligheid en toekomstperspectief.
Kinderen in armoede kunnen moeilijker afspreken met vriendjes omdat ze geen geld hebben om iets leuks te doen. Ouders hebben te weinig tijd om hun kinderen te begeleiden met hun schoolwerk, omdat ze te veel zorgen hebben. Of ze kunnen het geld voor boeken, uitstappen of schoolreizen niet betalen.
Door de problemen thuis kennen kinderen soms een schaamtegevoel, hebben ze meer zorgen en gaan ze minder goed presteren op school.
Ook op latere leeftijd zijn er verschillen. Kinderen uit gezinnen in armoede kiezen minder vaak voor een hogere opleiding aan een hogeschool of universiteit. Vaak gaan ze zo snel mogelijk aan het werk en geld verdienen.
Wie minder opgeleid is, zal ook tijdens zijn job minder vaak opleidingen volgen om zich te kunnen ontplooien. Dat gebrek aan een goede educatie belemmert kinderen om een patroon te doorbreken en uit de armoede te geraken.
735 miljoen wereldwijd
Volgens het Human Development Report 2019 van de Verenigde Naties staat België op de zeventiende plaats van de 189 landen wat betreft de toegang van mensen tot onderwijs en technologie. In die lijst staan bovenaan Noorwegen, Zwitserland, Ierland, Duitsland en Hongkong. Onderaan bengelen Burundi, Zuid-Soedan, Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
En volgens het recente Time to Care-report van Oxfam Novib leven wereldwijd 735 miljoen mensen in extreme armoede. Dat betekent dat ze minder dan 1,9 dollar per dag hebben om te besteden. Bijna de helft van alle mensen moet rondkomen met 5,5 dollar per dag of minder.
Nog erger dan de geldproblemen zijn de sociale gevolgen van armoede.
Toch daalt het aantal mensen in extreme armoede. Een reden is de toenemende welvaart in Aziatische landen. De armsten ter wereld bevinden zich vooral in Afrika zoals in de Sahellanden, Nigeria en Ethiopië.
Kinderen in die landen bevinden zich vaak in een oorlogssituatie, zijn op de vlucht of leven in erbarmelijke omstandigheden. Vaak hebben zij een gebrek aan voedsel, geen toegang tot zuiver water, geen elektriciteit of zelfs geen dak boven het hoofd. Kinderarmoede, kinderarbeid of ziekten… het zijn maar enkele gevolgen van die situatie.
Volgens het VN-rapport moeten die oorzaken nog voor de geboorte worden aangepakt: ‘De ongelijkheid begint al voor de geboorte en bereikt een hoogtepunt in de volwassenheid, wanneer de verschillen in gezondheid en onderwijs groter worden. Daarom moeten er al voor de geboorte maatregelen genomen worden en moet er worden geïnvesteerd in onderwijs, gezondheid en voeding voor heel jonge kinderen.’